Dat boek hè.. van Rutger Bregman: ‘De meeste mensen deugen.’ Ik hoorde dat de herdruk binnenkort uitkomt met een nieuwe titel.
‘De meeste mensen zijn bang. En voor geld doet men alles.’
En de ondertitel: ‘Als de nood het hoogst is de deugd voorbij. Maar goed, dit is desinformatie, ik hoorde deze woordenbrei alleen in mijn hoofd.
Waar is onze moed gebleven?
Ik deed in de opleiding werken met familieopstellingen een keer een oefening met een zwaard. De trainer stond tegenover me en gaf me een zwaar zwaard. Zo keken we elkaar met sterk oogcontact aan.
Hij zei: “Richt het zwaard maar op met het idee dat je me onthoofdt. Dan ga je moed omhoog voelen komen. Let maar op.”
En precies dat gebeurde. Want het idee dat je over andermans leven kan beslissen genereert een vreemd soort kracht uit de aarde. Het maakt een instinct in ons los Ik hief het zwaard en voelde de intentie van zijn woorden. Een enorme tintelingen kwam vanuit mijn voeten omhoog geborreld tot boven mijn knieën.
Terug naar nu: Voor de goede zaak mogen er wat mij betreft koppen gaan rollen, figuurlijk gezien, het gaat immers om rollen. Mensen ontheffen uit hun positie met valse macht. Afzetten en ontslaan.
Maar helaas, mijn instinct is zo lafjes geworden in dit ANWB land vol wegwijzers en verzekerde garanties. Met een beetje geluk herinner ik me alleen het omgekeerde bij een blunder: dat de moed me in de schoenen zakt.
Tot slot. Hangt er een zwaard van Damocles boven ons hoofd? Dan hebben we die dus te (be)grijpen, ons hoofd ondertussen tot rust te manen en dan is het wachten op het goede moment van samen moedig zijn: Één berekende zwaaibeweging kan al goed genoeg zijn.
Vooralsnog rust ik graag uit. Nooit vermoeid aan een strijd beginnen. Ik bouw mijn eigen energie op.