Najaar 2010. Aan het begin van de avond gaat de indringende toon van de pieper af die in de grote zwarte tas in de woonkamer staat. Vlug loop ik er naar toe, pak het apparaatje en kijk snel naar het nummer op het display voordat deze cijferreeks na een paar seconden automatisch verdwijnt.

Ik pak de map met gekopieerde crisisplannen erbij en zoek het betreffende nummer op. Vlug lees ik de korte zinnen wat te doen in crisis, ik check de naam en bel meteen op.

Ik krijg een vrouw aan de lijn. We hebben direct een indringend gesprek. Ze heeft veel stress en spanning en ze vertelt me wat ze allemaal al heeft geprobeerd om haar negatieve staat van zijn te kunnen doorbreken. 

Douchen had ze al gedaan, een stukje gelopen, muziek geluisterd, maar niks hielp.

We nemen wat ideeën door en het klinkt als ‘het proberen waard’ . We spreken af als het na 23.00u nog steeds niet oké is, dat ze dan gewoon weer van de bereikbaarheidsdienst en mij gebruik kan maken.

Iets na elven gaat de pieper weer af. Mijn dochter van twee wordt er gelukkig niet wakker van. 

De intensiteit is heftiger. Er is echt sprake van nood en ik besluit te gaan overleggen met de crisisdienst van de GGZ instelling. Er lijkt niet zoveel mogelijk. En dus blijft het een telefonische interventie. 

Ik bel haar weer terug en we praten weer verder. Waar het vandaan komt weet ik niet, maar ineens opper ik:

“Misschien heb je iets symbolisch te doen, als een ritueel. Misschien heb je wel iets stuk te gooien of zo. Heb je wat in huis wat zich daar voor leent?”

Niet veel later hoor ik door de telefoon een geklater dat klinkt als borden die de grond raken.

Een paar uur later in de nacht blijkt ook deze interventie niet geholpen te hebben. Ik krijg haar opnieuw aan de lijn. Ze besluit om overgebracht te willen worden naar een GGZ instelling en ik bied haar na wat heen en weer gebel aan haar zelf dan maar te brengen. Tegen de protocollen in, want een telefonische bereikbaarheidsdienst doet niet meer dan dat. De dag erna zou ik me wel verantwoorden in een mail naar mijn leidinggevende waarom ik voor deze beslissing had gekozen. 

Twintig minuten later bel ik aan, hoor stappen op de trap en daar sta jij. Een van de eerste dingen die je zegt: “Ik heb zojuist het mes terug in de keuken gelegd. Fijn dat je er bent. Kom je even binnen? “

Je gaat wat spullen pakken, zoekt een etage hoger naar je telefoonoplader en ik kijk ondertussen de woonkamer in.

Een moment later sta ik met stoffer en blik mijn eigen interventie op te vegen. Of dit nou zo’n goed idee is geweest? Even later stap je naast me in de auto en rijden we naar een plek net buiten het centrum. Ik zet je af bij de hoofdingang. Je bent op dat moment een vrouw die ik niet ken. Maar door de manier hoe je nog even omkijkt en groet, weet ik dat we samen een vertrouwensvolle verbinding hebben gecreëerd. Zelfs in deze staat van zijn neem je de moeite om me te groeten? Dat voelt als een cadeau…

2014 Ik lees in mijn kantoor een mail met een verzoek over het leveren van een bijdrage aan een training bij de politie academie in Apeldoorn, waar ervaringsdeskundig perspectief gewenst is. Inmiddels ben ik geen begeleider meer van een beschermd wonen organisatie maar sta ik voor de klas en coach ik studenten die opgeleid worden tot ervaringsdeskundige in de GGZ. Ik deel deze oproep in de klas met mijn studenten en heb daarna steeds de naam van de afzender in mijn hoofd. Waar ken ik haar toch van? Ik typ de naam in de zoekbalk van mijn pc en meteen floept er een bericht in beeld. 


Een heel verhaal waarin ik naar mijn leidinggevende verantwoording afleg over het niet volgen van het protocol bla bla. Ahh zij is het! Mijn besluit staat meteen vast. Als ik haar spreek zal ik meteen ook vertellen dat ik haar vanuit een andere context al heb leren kennen. 

Ook deze tweede ontmoeting is bijzonder. Je kan het voorval van vier jaar eerder nog vaag herinneren. Maar veel belangrijker, we vinden elkaar in dezelfde passie en drive om bij de politie iets moois neer te zetten. En dat hebben we dan ook gedaan samen. Jij beter dan ik.

2021. Inmiddels doe ik veel in samenwerking met politie. Verward gedrag grijpbaar maken. Begrip kweken voor onbegrepen gedrag. Houvast bieden aan agenten waar er in hun werk op zo’n moment maar één houvast is: medemenselijkheid. Met veel plezier breng ik mijn verhaal. Een lastig en een ingewikkeld verhaal, dat wel. Hoe mooi dat uitgerekend iemand die zelf zo in nood zat, mij op dat spoor heeft gezet.

Morgen kom ik op een spoor waar het stil zal zijn en verdrietig. Al noem je deze dag zelf je bevrijdingsdag. Tuurlijk, ook hier refereer je aan transgenerationeel trauma en WO2 dat ook in jouw systeem verweven zat, net als bij mij. Wat dat betreft lijkt dit ook op een workshop bij de politie. Symboliek en betekenis brengen, daar waar het systeem zo onmenselijk en zielloos is geworden. Daar waar wij psychotisch worden om datgene naar de grond te brengen wat collectief nog niet geland is.

Je bent er niet meer. Het is niet eerlijk. Die scherven hadden jou geluk moeten brengen in plaats van mij. Gelukkig is in jouw systeem eindelijk de oorlog uitgeraasd. De hemel is je gegund.

Ergens hoor ik je zeggen: “Je doet het goed. Het is oké. En dank je wel dat je er voor me was. “

Scherven brengen geluk

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *