Hoofdstuk 1: Het begon met de ‘Vloek’

Ergens in een sprookjesland wonen hongerige dwergen in een dorp. Er is gelukkig een bakker. Dagelijks gaan de dwergen daar naar toe. De bakker is aardig en voorziet ze van brood en ze maken met elkaar een praatje. Dat houdt iedereen in het dorp gezond en tevreden.

Op een dag is het dorpje vervloekt door iets vreemds. De dwergen komen nog steeds bij de bakker en ze klagen erover hoe hongerig ze zijn. De bakker verkoopt hen zijn verse brood en een praatje, net als altijd. Maar hij doet nog iets: hij geeft ze nu ook een recept mee: drie maal daags dit drankje…en je zal minder honger hebben en minder klagen. 

De bakker heeft een goede reputatie, dus alle dwergen geloven hem op zijn woord. De dwergen lopen na de bakker meteen door naar de tovenaar die zich sinds kort heeft gevestigd in het dorp. Iedereen haalt daar hun toverdrankje en braaf drinkt elke dwerg drie maal daags na het eten dit drankje op recept. En het lijkt te helpen.

En zo gaan er 75 jaar voorbij. De vloek lijkt op de achtergrond, iedereen heeft nog dagelijks honger en de bakker doet goed zijn werk.

De tovenaar heeft iets raars. Niemand spreekt of ziet hem eigenlijk. Ondertussen heeft hij zijn drankje heel duur gemaakt. Het valt de bakker op dat de dwergen steeds meer klagen en steeds hongeriger zijn. Hele rijen staan bij zijn winkeltje. Ook zijn er dwergen die het brood amper nog kunnen betalen, door al die dure drankjes van de toveraar. Wat hem ook opvalt? De dwergen zijn schuw geworden, op zichzelf gericht, angstig, depressief zelfs. Steeds vaker raken dwergen in de war door de eigenaardige spanning die in de lucht hangt. Maar gelukkig heeft de tovenaar voor al deze klachten ook zijn drankjes. Dat deze dure drankjes vies en misselijkmakend zijn? Dat neemt iedereen voor lief, want iedereen gelooft in de werking ervan.

Het houdt de bakker elke ochtend bezig, tijdens het kneden van zijn beslag. Deze bakker beseft dat de drankjes voor alle dwergen wel iets doen, maar zijn de echte problemen ooit weggegaan? Sterker nog, de rijen bij zijn winkel zijn langer, het geklaag is heviger en de problemen zijn heftiger. Ook zelf heeft hij er slapeloze nachten van. En zo is hij zelf ook maar naar de tovenaar gegaan voor wat magisch anijsslaapdruppeltjes.

En zo gaan er weer jaren voorbij. Zoveel jaren zelfs dat niemand zich nog bewust is van de eerste vloek die ooit in het dorp is uitgesproken. Wie deze vloek had uitgesproken daar is niemand meer mee bezig.

Op één dwerg na. En die dwerg begint elke avond verhalen te vertellen aan de rand van het bos. Meestal is hij alleen, een enkele keer luistert iemand vluchtig even wat woorden mee.

Hoofdstuk 2: De Kracht van het (niet) weten

De tovenaar wist van het bestaan af van deze verhalen vertellende dwerg. Het was het beste om dit maar te negeren en de stamvader wekelijks te informeren hoe belangrijk het werk van de tovenaar was. De tovenaar kan dat goed en zijn verhalen gaan gepaard met complexe studies en cijferreeksen die aantonen hoe effectief al zijn drankjes zijn. Een verhaal is leuk, het gaat om de bewijzen! 

In dit grote dwergenland waren ook andere dorpen met tovenaars en op een geheime vergadering hadden de hoogste tovenaars ooit een pact gesloten: men wilde de macht over het hele dwergenland. Eerdere vloeken hadden verkeerd uitgepakt. Men had snel in de gaten dat deze aanvallen op het hele dwerg-zijn vanuit de tovenaars was gekomen, dus deze keer besluit men het anders aan te pakken. Vele dwergen waren bij de eerdere pogingen gedood in de strijd die ze tegen elkaar hadden gevoerd in de Grote Dwergenoorlog I en Grote Dwergenoorlog II. De tovenaars hadden toen de stamhoofden als stromannen gebruikt voor hun plannen en vooral de stamhoofden werden voor hun oorlogswaanzin gestraft. De tovenaars van toen waren in deze tijd de tovenaars geworden met de langste baarden, de hoogste rangorde en met de meeste kennis over macht, toverdrankjes en vooral: ze waren de trouwe geheime dragers van ‘De Vloek’.

Op een recente vergadering hadden de tovenaars een briljant plan: ‘Als we echt goud geld willen verdienen, kunnen we de dwergen dan niet eerst heel ziek maken? Dodelijk ziek zelfs? Dan gaan we vooraf eerst de dwergen bang maken dat er zo’n dodelijke ziekte aankomt. Dan vragen we aan alle dorpen en stamhoofden geld om een drankje te produceren om vervolgens alle stamhoofden te overtuigen dat iedereen zo’n drankje moet nemen. Als dan de ziekte toeslaat, dan slaan wij onze slag. En dan doen we dat 3 of 4 jaar later nog een keer, met nog een tweede sterkere vloek. Want wie de eerste ronde niet meedoet met dat drankje omdat deze dwergen de tovenaars niet vertrouwen? Die nemen dat drankje natuurlijk niet. Niets aan de hand, want bij de tweede vloek zullen juist die tegendraadse eigenwijze dwergen allemaal sterven, want ze zijn niet beschermd. Dan hadden ze de tovenaar maar op voorhand moeten geloven!’

“Zodra al die weerstand is weggevaagd? Dan hebben we als tovenaars pas echt vrij spel!”, schalde er tijdens de vergadering door de donkere kerker. “Ja! en laten we dan ook beginnen met een toverformule waarmee we drankjes kunnen maken waardoor elke dwerg alle angst, honger en ook elke vloek compleet vergeet! Dan zijn we definitief en voor altijd aan de macht!”

Briljant. Nu was het alleen nog maar een kwestie van tijd. “Maar wat als men ontdekt dat deze vloek van ons komt?”, riep een jonge tovenaar tijdens deze uiterst geheime avond? “Oh ja daar verzinnen we wel wat op. Als we nou zorgen dat de meest domme verwarring schoppende dwerg die we kennen stamhoofd wordt van het grootste dorp in de regio? En we laten hem dagelijks vreemde berichten de wereld insturen? Dan is iedereen met hem bezig en kunnen wij ongestoord ons werk doen. We zullen hem doen geloven dat hij de grote leider is van een of ander plan en we zullen hem daarvoor veel goudstukken geven, die daarna toch weer terugvloeien in onze goudvoorraad.”

Hoofdstuk 3: De tovenaars aan zet

En daar is ineens de eerste grote ziektegolf. Iedereen is bang, de stamhoofden roepen inderdaad dat iedereen rustig moet wachten tot er een toverdrankje beschikbaar komt. Het plan werkt. Er zijn inderdaad ook tegengeluiden. Dwergen die zelf nadenken en meteen doorhebben dat er iets niet klopt. Toch hebben ze te weinig echt in de gaten wat er werkelijk speelt. Zou dat te maken kunnen hebben met die allereerste vloek in het dorp, aan het begin van dit verhaal? Omdat deze krachtige vloek nog steeds niet is uitgewerkt?

De dwerg die graag verhalen vertelt zit nog steeds aan de rand van het bos, te broeden op een verhaal dat verteld moet worden. Een verhaal dat hij zelf nog niet goed kent. Het verhaal over de dag dat hij door een toverdrankje zelf een verhaal werd. Een verhaal in een verhaal waarin hij besluit zelf tovenaar te worden, zonder ook maar één toverspreuk te kennen.

De vloek in het land van de dwergen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *