‘Becoming one with the key that opened being me’
Die punt in de tijd, waar ik uit mijn ouders voortkwam, zelf een lijn werd in leven of in zijn
Gegroeid op een basis van liefde, spijt en pijn
Ruimte innam, tussen elke lijn, kaders dacht tussen die van jou en mij
In cirkels verstrikt raakte tussen einde en begin, waar de tijd me leerde te vertrouwen op één zin: ‘erken wat er is’
Zo werden mijn ouders voor mij weer één en vormen ze een gouden poort
Beelden komen met woorden die ik nog nooit heb gehoord, ze geven rust in spanning die nog stoort
Kind en ouder van mezelf gaan daar doorheen, met deze sleutel ben ik één, een sleutel die ik tijdelijk leen:
Wat er achter me ligt, ik ga er met mijn toekomst heen
De sleutel