Zodra ik met mijn werksleutels de hoge oude deur open, zie ik links bij de kantoordeur een kaartje liggen. Het is van Frits, de oudste bewoner van deze beschermd wonen locatie waar twaalf mensen wonen, in een oud pand vol deftige oude ornamenten aan het plafond.
Frits is een charmeur als hij in goede doen is. Hij is rond de zeventig en rijdt nog auto. Elke vrouw begroet hij met ‘Dag jonge dame’, het liefst vergezeld met een oprechte handkus, zoals een echte heer betaamt.
Voor mij en mijn collega’s komt hij vaak een kopje koffie brengen, op een schoteltje, met een koekje erbij. Of er ligt een rode roos bij de deur met een kaartje met ‘Veel liefs’ erop.
Als het wat minder gaat is dat ook goed te merken, dan is tijdens het avondeten geen land met hem te bezeilen, dan smaakt niks, al eet hij alles op met hier en daar een vloek. Zijn servet vergeet hij te gebruiken en de resten eten slingeren om zijn bord.
De andere bewoners tolereren dat gedrag, ze kennen hem goed. Ze accepteren het meestal en als het iemand frustreert dan is daar ook ruimte voor. Soms lukt dat niet en dan grijpen we als begeleiders in. Dat is ons werk, naast de vele andere dingen die we voor en het liefst mét deze bewoners doen. Want alleen redden ze het niet in de huidige samenleving.
En dat geldt toch min of meer voor ons allemaal? Niemand redt het zonder anderen. Dat maakt ons mensen wie we zijn, hoe we onszelf verhouden ten opzichte van anderen.
Zie jij jezelf terug als je naar een ander kijkt?
Elke week koopt een collega een bos bloemen. Deze week zijn het prachtige oranjerode tulpen die op de grote houten eettafel staan. Het zit em in de kleine dingen, als het om grootse waarden gaat.
Hoe maak je met elkaar ‘sfeer’?
Na een hele ochtend BHV controle van alle 51 brandmelders, slowwhoops en brandslangen en een half mislukte brandoefening verder (omdat een paar bewoners niet naar buiten willen), sta ik buiten nog even te kletsen met de buurvrouw.
Deze buren zijn gelukkig anders. Tuurlijk hebben ze wel eens overlast. En tuurlijk komen ze wel eens klagen of vragen of we ergens rekening mee kunnen houden. En gelukkig, ze hebben Frits als buurman. Die ook bij hen wel eens een roos voor de deur legt met ‘liefs van Frits’ op het kaartje.
~~~
Ik besluit deze herinnering aan mijn tijd als begeleider tussen 2006 en 2014 in tegenwoordige tijd te schrijven. Afgelopen week is binnen zo’n soorgelijke plek iemand via geweld om het leven gekomen en de buren zijn terecht bang en vrezen voor hun veiligheid.
De bewoners van deze locatie moeten nu echt weg vinden de buren. Want hun huis verkopen dat nu ongetwijfeld minder waard is en zelf vertrekken? Dat is natuurlijk geen optie. ‘Want wij waren er het eerst.’
Nee, deze rare kwetsbare mensen die toch geen financiële waarde hebben of waarde aan de samenleving toevoegen? Die moeten maar wijken, het liefst voorbij de rafelranden van de maatschappij. Want dat zijn ze zelf toch ook? Rafelig?
Hoeveel mensen denken in ‘wij en zij’ en in ‘gek en normaal? Vergeet men dan het simpele idee dat er maar één gek hoeft te zijn in het verkeer waardoor je in één klap Niet Aangeboren Hersenletsel hebt opgelopen? Zoiets kan iedereen overkomen. Een half jaar verder ben je zelf zo’n bewoner binnen zo’n beschermd wonen plek. Wil je dan als rafelig worden beschouwd? Of mag je er gewoon bij horen? Net als ieder ander?
Gabor Maté beschrijft treffend op youtube de mythe over normaal zijn: https://youtu.be/8_j5mmBa4mw
Dank je wel Frits, voor zoveel waarde die je bij mij hebt weten achter te laten. Veel liefs retour naar waar je nu ook maar bent.
??? Wat we dan ook zien… DAT ZIJN WIJ… ??? laten we zelfkennis leren en mededogen ???
de mensen die hun volledige beseffertje hebben beseffen toch niet dat ook zij
binnen een minuut besefloos kunnen zijn.
Leef besefloos geniet en blijf vooral KLAGEN.
collectief wakker worden is een lang proces.
Dank je wel voor de tip ooit Jeroen. Heb al veel filmpjes van Gabor bekeken 🙂