Het was donker en het stormde hard. Hij had geen idee waar hij was, of wie hij was. Alles deinsde heen en weer. Was hij op zee? Stond hij op land? Droomde hij, of was hij wakker?
Waar waren de anderen en waar was de tijd gebleven? Hoe lang was dit al aan de gang? In ieder geval was er iets duidelijk geworden. Hij kon niet kiezen. Hij wilde niet naar de ene plek en ook niet naar een andere, dus kwam hij ergens tussen.
Tussen tussentijdse schemeringen ergens zichzelf in het midden latend. Met onuitgesproken woorden, ondoordachte hersenspinsels en ongevoelde emoties op golven van waarheden die allemaal deinden in een vorm van tijdloze rust.
Of hij in het water stond of zwom wist hij niet. Of hij bodem voelde of aan het verdrinken was, werd ook niet duidelijk. Wel spoelde er stukken dood hout tegen zijn lijf kapot. Hij bestudeerde de kleuren, de textuur en de nerven. Ooit heeft dit hout geleefd, bedacht hij. Gold dit ook voor hem?
Met de stukken hout maakte hij een bootje, groot genoeg voor hemzelf en een paar anderen. Zo dreef hij door eindeloze cirkels van de tijd.
Een keer spoelde er een lange rechte stok tegen zijn bovenbeen aan. Deze stok was zo lang dat hij het einde ervan niet kon zien. De stok was houtachtig, maar had geen nerven. Op het moment dat hij deze stok pakte, glom er een licht gouden schijnsel.
Voor het eerst zag hij in deze gloed zijn eigen handen. En iets in het water reflecteerde als een verdrietig gezicht. Zou hij dat zelf zijn?
Langzaam duwde hij de stok in de diepte van het water, meter voor meter. Een abrupte schok via zijn pols en arm, deed het bootje wankelen. Had hij eindelijk ergens een bodem gevoeld? Een bodem van wat? Was hij dat ook zelf?
Net als die eindeloze beweging tussen de ene en de andere plek, zo gingen zijn gedachten ook heen en weer. Wie ben ik? Wat is mijn omgeving?
Plotseling werden deze gedachten doorbroken. Hij koos een richting. Na afzienbare tijd stootte het bootje door deze beslissing voor het eerst tegen een oever. “Zeg, u daar in dat bootje, kunt u mij meenemen en mij naar de overkant brengen?”
“De overkant? Wat is dat?” Voor hij een antwoord kreeg was de vragensteller al ingestapt. “Breng me er heen”, zei die ander kordaat.
Zonder enig idee wie of waar hij was, of wie die ander was, zette hij de stok af tegen de bodem. Het leek wel alsof het om hen heen iets minder donker was. Hij wist weinig, behalve dat hem iets te doen stond en dat hij voor het eerst iets zeker wist:
In dit moment zijn we samen.
Wat is dit prachtig en ontroerend verwoord. Hoewel zelf nooit meegemaakt, kan ik me er zo wel iets bij voorstellen.
Goed dat je nu zelf een plek op internet hebt gecreëerd om je te uiten Jeroen.
Als je berichten blijft posten op LinkedIn kan ik het goed blijven volgen.
Succes!
Dank je hartelijk Marjon, en ja ook via Linked In delen is precies de bedoeling. ?? Wat een fijne allereerste comment hier, bijzonder.
Hoi Jeroen,
ik herken je verhaal en de symbolen uit je onbewuste, het navigatie ‘materiaal’ van binnenuit?.
Ik gebruik geen linked-in maar fijn dat je Website alle toegangen verleent.
Succes als mens en inspirator van het leven.
Groet Syl
Dank je Syl, fijn is dat hè, herkenning bij elkaar vinden. Dank je wel. En daar had ik nog niet zo bij stilgestaan, dat mijn gedachtengoed nu ook buiten linked in goed te vinden is. Dikke winst!
Hartelijke groet retour, Jeroen